zondag 19 juni 2011

Met Weißbier en Weißwurst tot net na Weißenburg

Bij het fietsen door Beieren kwamen we regelmatig toevallig uit bij charmante terrasjes op meestal onverwachte plaatsen. Zum Bratlwirt in Gögging en het Klosterhof bij de Benediktinerabtei in Niederaltaich lagen op een drukke fietsroute en werden dan ook massaal bezocht door fietsers. Ideaal om wat te rusten en krachten op te doen halverwege. Voor de locals gaat dat meestal vergezeld van een Radler: een mix van half bier en half limonade. De Bavarianen kennen trouwens wat van bier en kunnen er blijkbaar goed mee overweg. Een halve liter is de standaard en staat meestal al van 's morgens op het tafel. Wij wachten er meestal mee tot na het fietsen 's avonds. Het Weißbier is zalig lekker en overal zijn er wel lokale variaties van te krijgen. Maar ook het straffe en donkere Weltenburger Kloster Barock Dunkel is het proeven meer dan waard. En omdat bijna elk Gasthof ook zijn eigen Metzgerei heeft wordt dat het best begeleid door een typische Weißwurst.

Toen we in Weißenburg aankwamen was het ons duidelijk dat hier niet alles wit blijft. Vooral de wolken kleurden meer en meer zwart. Regen in Regensburg was te verwachten en werd goed gemaakt door de blik op de fraaie Walhalla tempel en ook in Kelheim deed het mooie zicht op de iconische Befreiungshalle de regen snel vergeten. Maar in het midden van de velden is een regenbui uitzitten minder voor de hand liggend en vooral de onzekerheid over hoelang en hoeveel keer we die dag nog gingen moeten schuilen deed ons besluiten dat het mooi genoeg geweest was. We reden onze laatste rit langs en op de Limes tot in Gunzenhausen om van daaruit met de trein tot in Aachen te eindigen. Zelfs bij een treinoverstap werden we in minder dan een minuut doornat... Gelukkig was de zon wel aanwezig in de finale van Aachen naar Beringen. Die 100km vlogen voorbij en we genoten weeral van het mooie en pittige landschap tussen Vaals en Maastricht.

Op weg naar het werk?
Na 1600km fietsen zijn we terug thuis in het land van Elio en Bart. Na één jaar hebben wij wel veel gedaan, gezien en beleefd. Nu valt nog te bezien of de hele dag passief zitten achter een computer ons nog gaat lukken. We zitten vooral met de vraag hoe we zo die vorm en conditie gaan behouden... Toch maar een nieuw fietstochtje beginnen plannen?! "Gejaagd door de (rug)wind" of toch maar richting China?

zondag 12 juni 2011

Mozartkugeln, Knödeln & drei Flüssen

De Gasteiner & Tauernradweg leidden ons gezwind van Bad Gastein tot Salzburg door een postkaartlandschap. In Bad Gastein imponeert natuurlijk "de" waterval maar voor de fietser evenzeer "de" duik naar Badbruck. Gelukkig dat we dat niet naar boven moesten doen! En verderop waren we onder de indruk van Burg Klammstein, Festung Hohenwerfen en de doorsteek van Pass Lueg. Alles nodigt uit voor verdere verkenning... maar dat doen we niet want het gaat verbazend goed vooruit! Stoppen is een opdracht - remmen is moeilijker dan doorrijden. Een fietsvakantie is iets eigenaardig. De af te leggen afstand op de kaart en de beweging / de inspanning / het afzien: het werkt verslavend. En dus bevestigt het cliché zich dat de weg belangrijker is dan de bestemming.

In Salzburg dwongen we ons tot een stop. Zo een stad mag je toch niet doorvliegen!? Alles ziet er dan ook perfect uit: het park van Schloss Hellbrunn en stadstoegang via de Hellbrunner Allee, het zicht vanaf de Kapuzinerberg, ... Maar na 1 dag niet-fietsen begint het te kriebelen en moeten we verder.

We volgen verder de Tauernradweg richting Passau. Zonder gids weten we niet wat er gaat komen en zijn dus aangenaam verrast van wat voor onze wielen komt. Oberndorf met zijn ferme brug naar Laufen en "Stille Nacht"-kapel, Tittmoning en Braunau/Inn met hun typische brede stratenmarkt, Burghausen dat eruit ziet als Carcassonne, ...

Fietsen door Oostenrijk valt best wel mee zo lang je de rivieren volgt. Zo zijn we langs de Gasteiner Ache, Salzach en Inn uiteindelijk in de stad van de drie stromen aangekomen: Passau. Oostenrijk is lieflijk: besneeuwde bergtoppen, hartige knödeln, de chaletstijl die alleen hier thuishoort, Grüss Gott en zo. Maar qua 1 aspect is het nog een zwarte vlek op de Europese kaart. De verstopte roker is hier nog ongekend en overal wordt er dus sans gêne gerookt in eet- en drankgelegenheden vanaf het ontbijt...

Na vooral doorsteekroutes genomen te hebben (hoe geraken we naar Slovenië, naar Oostenrijk, naar Salzburg, naar Passau) en dan nog een deel van de drukke fietssnelweg langs de Donau met nu al ontelbare vakantiefietsers, volgen we vanaf nu een thematische route richting België. De Limes fietsroute volgt de noordgrens van het Romeinse Rijk. Dat wordt weer een hoop oude stenen die we de volgende dagen gaan tegenkomen.
Published with Blogger-droid v1.6.9

maandag 6 juni 2011

Oostenrijks fietsplezier

We zijn vlotter door Slovenië geraakt dan we eerst vreesden. Met wat klimwerk maar minstens even veel afdaalgenot passeerden we een aantal mooie plekjes. Het Predjama kasteel heeft een sprookjesachtige ligging en Skofja Loka is een klein maar fijn stadje. Vanaf Kranj hebben we dan onze geplande route wat aangepast op basis van de (steeds wisselende) tips die we onderweg kregen. We reden rond langs Bled om daarna via Kransjka Gora en het Italiaanse Tarvisio Oostenrijk via Villach binnen te komen. Daarmee vermeden we magischer wijze de bergpassen tussen Slovenië en Oostenrijk :-)

Bled is hét cliché-beeld van het sloveense toerisme. Maar als toegangspoort tot het Triglav Nationaal Park van de Julische Alpen ligt er daar een nog veel mooier gebied te verkennen. Zo hebben we onderweg ook nog de Kras regio met zijn Skocjanske Jame, Postojnska Jama & het Cerknica meer en de omgeving van Crni Kal & Hrastovlje met stip genoteerd voor als we hier nog eens met de auto terugkomen.

Maar soms is ook gewoon de weg de attractie. Zo reden we van Kransjka Gora tot in Villach bijna 50km bergaf op een meestal perfect geasfalteerd fietspad over een oude spoorlijn! Genieten. Het ging zo vlot dat we Slovenië al waren uitgezoefd zonder het te beseffen!

De slovenen waren soms aandoenlijk behulpzaam. De ene keer verzamelt zich ongevraagd een hele bende rond ons om de weg te wijzen... om dan te beseffen dat ze het zelf niet weten of uitgelegd krijgen en te horen dat wij al die tijd zelf wel de route kenden. De andere keer belt een man het halve dorp af om ons een overnachtingsplaats te zoeken omdat hij vindt dat we zeker die dag in zijn mooi dorp moeten stoppen en blijven. En als laatste fietst nen echte coureur een tijdje met ons mee om ons zeker op de mooie fietsroute te krijgen en neemt hij afscheid met zijn GSM-nummer te geven om samen een koffietje te pakken als we die dag in zijn dorp eindigen.

Sinds een paar dagen hebben we de Sobe geruild voor Zimmer Frei. Van Villach ging het vlotjes via het Drau- en Mölldal tot in Obervellach en dan nog 600m klimmen tot in Mallnitz. Daar botsten we op de onoverkomelijke muur van de Hohe Tauern met toppen van +3000m waar we met 't fietske nog eens niet aan mochten/wilden proberen! De auto's trouwens ook niet en iedereen moet met de treinshuttle door de tunnel. Fietsen in Oostenrijk is een luxe: overal autovrije fietspaden die goed bewegwijzerd zijn.

Nu is het nog maar een goede 100km grotendeels bergaf naar Salzburg. Dat gaat dus lukken. Hier in de bergen zijn het trouwens niet de kilometers die tellen maar wel de hoogteverschillen. Toch prijkt de symbolische 1000 bijna op de kilometerteller!

woensdag 1 juni 2011

Sloveense heuvels

Na Pula zijn we eerst nog de uiterste punt van Istrië gaan verkennen. Het Kamenjak schiereiland - met mooie wilde natuur - heeft een idyllische ligging met rotsige baaien, eilandjes en - op het uiterste puntje - oneindige zichten. Het deed ons wat denken aan The Catlins en ook de Safari Bar had wat weg van The Lost Gypsy Gallery.

Na genoeg uitgerust te zijn, hebben we definitief de (naakt)kust achter ons gelaten en zijn we noordwaarts via het binnenland richting de Sloveense grens teruggekeerd. Sindsdien gaat het ferm bergop en daarmee verandert het landschap ook. Pazin en Motovun liggen al verscholen in de heuvels maar om daarna de grens te bereiken was het echt ploeteren... De campings zijn hier minder dik gezaaid zodat we na 10 dagen kamperen nu vooral in privé-kamers overnachten.

Stoppen me zicht op Motovun
En met de bergen is ook het weer omgeslagen. Na elke dag bloedhete zon zitten we nu in een bar langs de weg een regenbui uit te zitten en te twijfelen of verderrijden vandaag nog zin heeft. Welkom in Slovenië!
Published with Blogger-droid v1.6.9