Posts tonen met het label eten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label eten. Alle posts tonen

dinsdag 26 oktober 2010

Soya or Soba: that is the question!

Na 3 weken rondreizen door het binnenland van Japan zijn we nu terug thuis aangekomen: hotel Winderickx in Tokio. Nu onze JR pass verlopen is en maximaal gerendeerd heeft, gaan we nog een week lokaal in Tokio op ons gemak komen vooraleer we het volgende deel van deze reis aanvatten richting Down Under.

Nikko gekte
De voorbije week zijn we (bijna) in de bergen geweest via Takayama en Matsumoto. Bijna want het was uiteindelijk te mistig om de investering van de klim te verantwoorden. En als laatste hebben we het summum van tempels en heiligdommen in Japan bezocht. De (jawel, weeral werelderfgoed) site van Nikko was ongezien qua stijl en versiering maar ook qua massa bezoekers. Het was weekend en heel Japan speelt dan ook zelf dagjestoerist.

Een eerste selectie Japans eten bij Bert thuis
Maar vooraleer we u overspoelen met beelden hierover beantwoorden we eerst de vraag die op ieders lippen ligt: "Wat eten we hier en hoe smaakt het?"

Udon (boven) en soba (onder)
Naast rijst zijn noedels hier de basiskost. Ze komen in twee varianten. 

Udon is de dikke, witte en vlezig ronde versie.

Maar het zijn vooral de soba noedels waar elke stad beweert gerenommeerd voor te zijn. Dit zijn dunne bruine noedels gemaakt van boekweit. De boekweit smaak komt volgens hen het best tot zijn recht als ze koud gegeten worden...

Die noedels worden geserveerd met een miso soep waarin ofwel de noedels al in liggen of je ze zelf moet dopen. En daar boven op komen dan ofwel groenten, (in de bergen) eetbare wilde planten, paddestoelen, vlees, ei, ... Voor de Japanners is dat een massa aan variatie en je ziet (en vooral hoort) ze dat overal en altijd eten (slurpen). Na een tijdje hebben wij die smaak en geur wel gehad... een beetje flets en steeds die sojageur.

Maar dankzij die bedrevenheid in noedels zijn de Japanners gelukkig ook meester in spaghetti correct al dente te serveren!

Aan de sushi belt...
Onze voorkeur gaat uit naar sushi en sashimi. Rauwe, dun gesneden stukjes vis die gedoopt kunnen worden in sojasaus op smaak gebracht met wasabi en begeleid door stukjes ingemaakte gember. Bij sushi ligt die op een pakje rijst, bij sashimi is het puur. Iedereen kent natuurlijk wel deze oer-Japanse lekkernij maar alleen in Japan is de kwaliteit en variatie het hoogst. Je kan het hier overal en altijd eten: als ontbijt, 's middags als uithaal boxed lunch, gezeten voor een (voor ons als toerist) superhandige lopende band of à la carte.

Wasabi wortels
Die wasabi is de Japanse versie van onze mierikswortel. De bladeren zien er wat anders uit en de kleur is groen maar voor de Poolse vrienden is het gewoon chrzan!

Omwille van die Poolse connecties zijn we speciaal naar de grootste wasabi-boerderij van Japan getrokken. We waren daar trouwens niet alleen (in Japan ben je bijna nergens en nooit alleen) en de boerderij was ferm uitgebouwd als toeristische attractie.

Maar wel indrukwekkend genoeg en interessant om te zien dat de wasabi hier tussen keitjes in overvloedig water wordt gekweekt.

In Wijgmaal groeit dat gewoon in onze hof in volle grond... (tip voor onze huiszitster: onder de groene langwerpige bladeren zitten lange witte wortels verborgen: uitgraven, grondig wassen en schillen en daarna raspen en op azijn zetten. Oppassen voor de tranende ogen!)

Ter plekke konden we ook allerlei speciale wasabi-lekkernijen uitproberen zoals een wasabi-ijsje! Die smaakte trouwens minder pittig dan we gehoopt hadden. Geef ons dan maar de wasabi-nootjes!

Saadia en yakitori
Tempura is een andere veelvoorkomende schotel: vis en groenten in een beslag gedompeld en gefrituurd. Als het vers en licht is, kan dat wel smaken met een goede pint bier!

En wat we hier ook heel veel gezien en gegeten hebben zijn oesters meestal gegrild of als croquette vermomd. Ze zijn reuzegroot en superlekker!

Meestal wordt dat allemaal als kleine hapjes bij bier geserveerd naast ook gegrilde vleesspiezen (yakitori).


Overal koekjes
Wat we niet verwacht hadden is dat de Japanners zo verzot zijn op zoetigheden. Overal zijn er bakkertjes met vooral cake en koekjes (de zoektocht naar deftig brood is een andere zaak!). Maar rond de tempels is het meestal ook 1 grote kermissfeer met standjes vol gebak gevuld met... bonenpasta! Het heeft hier soms een hoog Scherpenheuvel-gehalte ;-)

Okonomiyaki
En last but not least mijn persoonlijke voorkeur: okonomiyaki (alleen al die naam!) Dit zijn hartige pannekoeken die in laagjes gevuld zijn met allerlei zoals kool, noedels, vlees, ei, ... Ze worden spectaculair voor uw ogen bereid en je krijgt ze opgediend op een in de tafel ingebouwde hete plaat. Daarna kan je zelf aan de slag met het in stukken hakken en sauzen overgieten. Hiroshima staat bekend voor zijn okonimiyaki en 1 portie is ferm vullend! We zijn hier dus nog niet verhongerd!

Voor wie meer wil genieten van al dat lekkers zijn er nog meer foto's om het water van in de mond te krijgen!

donderdag 16 september 2010

Twee fietsende Bourgondiërs

Eten is voor ons altijd een belangrijk onderdeel van de reis. Onze culinaire trip door Zweden, Finland, de Baltische staten en Polen kende hoogtes en laagtes.


In Zweden waren we verrast door het hoge fast food aanbod en de alomtegenwoordige self service. Echte degelijke restaurants waren dun gezaaid en we waren vooral toegewezen op de snelle hap -- die we duur betaalden. Maar het was zeker niet zo erg als het nu lijkt.


Deze camping-bistro maaltijd kon ons wel bekoren. Lekkere verse zalm zoals je alleen in Scandinavia vindt, en daarnaast een Thais stoofpotje. Heel vreemd, maar Zweden en Finland waren goed voorzien van Thaise en andere Aziatische restaurants. Maar zoals gezegd: self-service. Eerst aan de toog bestellen, onmiddellijk betalen en nadien je eten zelf gaan halen, inclusief plastic bestek en glazen.


Tijdens een fietstochtje rond Djurgården (Stockholm) haalden we weer energie uit deze paarse snack en gepekelde vis. De bij ons ondergewaardeerde rode biet zou ons blijven achtervolgen tot ver in Polen.


Trosa (Zweden) is een klein fijn kuststadje waar we het eerst tot rust kwamen. En deze marsepeinmakerij straalde net dat uit: rust.


Niks zo lekker als het Belgische brood -- Het donkere, zure brood op de Ålandeilanden was enkel verteerbaar met hartig beleg en véél water. Niet meteen mijn favoriet. Op de foto te zien, ook niet die van Mark.

In tegenstelling tot de meeste vakantiefietsers hadden we zelf geen kookgerief bij. In Finland waren de meeste campings met keukens voorzien en konden we gemakkelijk zelf voor een hapje zorgen. Gelukkig maar, want de Finse keuken heeft ons niet kunnen bekoren. Het was er enorm duur, waardoor wij als fietsers (te) snel onze toevlucht moesten nemen tot de alomtegenwoordige pizzeria's, snackbars, hamburgertenten, ... Gelukkig hebben we ons af en toe ook smaakvol laten gaan in de betere tenten zoals het Scandic Plaza hotel/restaurant in Turku :-)

Eenmaal met de ferry toegekomen in Tallinn veranderde meteen ook het culinaire landschap. Ineens werden we met de volle glimlach aan tafel bediend door vrolijke blonde Esten, was al het plastic van tafel verdwenen en de rekening gehalveerd. En het aanbod aan eten was uitgebreid en lekker. Met hier en daar Russische invloeden. Een van onze culinaire hoogtepunten was het Saka Cliff Hotel & SPA. Jammer genoeg geen foto's daarvan.


De gerookte vis die je in Estland langs de weg (platteland) kon kopen en proeven was heerlijk. Zelfs voor 11u 's morgens als eerste voedsel van de fietsdag.

De Esten (en ook de andere Balten) zijn zoetebekken. En gedroogde koekjes zijn nu eenmaal handig als overlevingsvoedsel op de fiets.


Tijdens onze ontmoeting met de jonge Estse juristen hadden we het voorrecht van hun versgemaakte zoete en hartige koekjes te mogen proeven.


En wat smaakt er 's morgens beter dan verse pannenkoeken, gebakken door jonge mannen in ontbloot bovenlijf?


Tijdens de hittegolf in Letland en Litouwen aten we vaak Aukstā zupa of Šaltibarščiai. Dit is een verrassend lekkere koude rodebietensoep. Elk restaurant heeft zijn eigen variant. Ingrediënten: rode biet, komkommer, kefir, zure room, verse dille en een geplet hard gekookt ei.
Ook Margoo lustte de Letse piragi, gevuld met kaas, groenten, vlees of paddestoelen. Nadien bleek wel dat de Poolse versie, de pierogi, véél lekkerder was. Alsof we dat al niet wisten.

De aardappel is ook sterk vertegenwoordigd in de Baltische keuken. Hier onder de vorm van pannenkoeken: Kėdainių blynai. Vooral lekker gecombineerd met geraspte courgettes. De grote bol achteraan is cepelinai: een gekookte bol gemaakt van geraspte aardappel gevuld met gehakt overgoten met een saus van zure room en spekjes. Een leuke trivia: cepelinai worden zo genoemd omdat hun vorm lijkt op dat van een Zeppelin luchtschip...


De zoektocht naar de eerste goede koffie van de dag kon een ware kwelling zijn ;-) De helft van ons fietsersduo functioneert nu eenmaal niet zonder een sterke tas koffie 's morgens. Het slagen van de fietsdag hangt ervan af... In Zweden en Finland was het niet moeilijk om koffie te vinden. Helaas was dit altijd oploopkoffie die al uren stond te verdampen. Je kreeg wel een gratis refill, dat wel. Mag ook wel voor 4€. Pas vanaf Estland werd de caffeïne-boost een waar genot, tot in Polen, waar ze helaas nog moeten bijbenen wat goede koffie betreft.

Vooral de Litouwse en Poolse keuken hebben ons kunnen bekoren.

In Trakai (Litouwen) is er een kleine etnische minderheid - de Karaim - die verantwoordelijk zijn voor de lekkere kybyn: een deeggerecht gevuld met lams- of rundsvlees en geserveerd met ogòrki kiszone. Het heeft veel weg van de empanadas maar toch weer net anders.


Eenmaal in Polen hebben we ons helemaal laten gaan in het lekkere Poolse eten. Ik besef dat Polen niet meteen beelden oproept van culinaire hoogstandjes, maar je kan er echt heel lekker eten. Bijvoorbeeld naleśniki z jagodami, pannenkoeken met verse bosbessen. Je ziet de Polen de wouden intrekken om er bessen (en paddenstoelen) te plukken en die dan te verkopen.

Pierogi is nog zo'n traditioneel Pools gerecht dat mij spontaan doet watertanden. Vooral als ze vers zijn klaargemaakt, met bijvoorbeeld als vulling paddestoelen, kaas, zuurkool, vlees, bosbessen, ...


Dit is de meer gangbare variant van de rodebietensoep: barszcz czerwony z uszkamy.

En om af te sluiten het dessert. Sernik, Poolse kaastaart, lag constant in ons vizier... en op ons bord. De extra calorieën die zo werden aangeleverd werden er snel terug afgefietst! Voor wie er na dit alles anders over dacht: we zijn na twee en een halve maand met een ruim aantal minder kilo's naar huis gekomen dan we vertrokken waren ;-)

donderdag 29 juli 2010

Polen = bonuspunten

We hebben nu de Baltische staten definitief achter ons gelaten en daarmee het hoofddoel van deze reis gehaald. Hoe en langs welke route we nu verder gaan is (nog) altijd open geweest. Via gedeeltelijk fietsen of sporen door stukken Polen en Duitsland zijn opties. Wat er nu gaat volgen is nog meer onvoorbereid en dus onbekend terrein. We zien wel. Alles is bonus.

De grens tussen Litouwen en Polen was weer van het primitieve type. Niet zo primitief als tussen Letland en Litouwen waar alleen een grenspaal met daaronder een toepasselijke geocache ('No Limits') op een stoffige zandweg de overgang markeerden. Maar de bosweg met half openstaande slagboom, het wapenschild met de rode Poolse adelaar en het waarschuwingsbord met 'filming and photographing is prohibited' leken zo uit de Kuifjesboeken te komen! We hebben dus wel onze obligate foto genomen.

Daarna was de weg onbekend omdat we zelfs geen kaart hadden en ook de GPS al sinds Riga kaartloos was. We gokten op De Grote Leegte richting Mazurië... Niets was minder waar! Eenmaal het bos uit werden we in de buurt van Berżniki al verwelkomd in een mooi heuvelachtig landschap met meertjes. Sejny was de eerste stad waar al meer beschaving was dan verwacht en iets verder bleken we aan het Wigry meer pal in het lokaal toeristische hoogtepunt te zijn aanbeland. Het daarrond gelegen Wigierski Park Narodowy met zijn beroemde klooster (wisten wij veel...) trekt vele vooral Poolse toeristen en dus zijn er overal 'pokoje' (aka Zimmer Frei) en campings.

Op twee dagen tijd hebben we ons ook al op de belangrijkste gastronomische hoogtepunten getrakteerd. Żurek (zure soep met worst), bigoś (een stoofpotje met zuurkool), pierogi (een soort van ravioli maar dan gevuld met bv kaas, kool of paddestoelen) en als kers op de taart nalešniki z jagodami (pannekoeken gevuld met verse bosbessen). Feest! Maar over onze culinaire ervaringen wijden we zeker nog een afzonderlijk bericht met bijhorende foto's. We blijven Bourgondiërs in hart en nieren.

De Poolse taal is natuurlijk ook een meer vertrouwd terrein. Zelfs ik kan nu vlotjes dzien dobry (goedendag), dzienkuję (bedankt), do widzenia (tot ziens) en poproszę rachunek (de rekening a.u.b.) uit mekaar houden. An geeft zelfs met haar 3 jaren Poolse avondlessen - en dus de juiste uitspraak - de Polen de indruk vlotjes mee te kunnen praten zodat al menig Pool een hele uitleg op ons heeft afgevuurd ook al verstaat ze er maar flarden van... Het idee en het gevoel telt.

Met de grensovergang is ook het weer omgeslagen. De eerste nacht zijn we wijselijk in een pokoje gebleven (en heeft het die nacht ferm geonweerd en geregend) en deze morgen werden we van de zon op onze tent wakker maar staan we hier nu al bijna 2 uur in een bushokje te schuilen voor de stortregens. Voldoende tijd dus om dit bericht te schrijven en onze grootse plannen voor de dag te herzien. Wat we kunnen meepikken van Polen blijft dus bonus.

Published with Blogger-droid v1.4.8